In mijn trainingen kom ik het nogal eens tegen: professionals die van ouders (of jongeren zelf) horen dat hun kind iets niet kan (mee)doen omdat ze “HSP hebben”. De vraag aan mij is dan of het klopt dat een hoogsensitief kind inderdaad beter kan worden ontzien.
Standaard begint mijn antwoord met 'Nee' Dat je hooggevoelig bent – HSP staat overigens voor HoogSensitief Persoon en is niet iets dat je hebt, zoals een aandoening of ziekte, maar dat terzijde – betekent niet per definitie dat je dan maar beter niet kunt meedoen met de gymles, niet naar een verjaardagsfeest kunt gaan, niet op een teamsport kunt of geen normaal onderwijs kan volgen. Echt niet. Hooggevoeligheid is geen aandoening, geen stoornis! Het is niet iets dat je belemmert in het leven of iets waardoor je moet worden ontzien. Waar gaat het wel om? Hooggevoelige kinderen/jongeren reageren sterker op prikkels, zie onder meer dit artikel van Bianca Acevedo, Elaine Aron e.a. In de huidige maatschappij waarin we (allemaal!) enorm veel prikkels op ons afkrijgen, 24/7 en overal waar we zijn, is het belangrijk om hoogsensitieve kinderen te leren omgaan met hun gevoeligheid. Niet lekker in je vel zitten komt niet door de hoogsensitiviteit maar door overprikkeling Hooggevoelig zijn, kan inderdaad betekenen dat je als kind liefst snel weer vertrekt van oma’s gezellige verjaardagsfeestje als je een hectische week hebt gehad op school en op de heenweg 1,5 uur in de file hebt gestaan terwijl mama zakelijk telefoongesprekken voerde via de bluetooth speaker. Het houdt echter niet in dat je per definitie nooit naar (oma’s) verjaardagen kunt gaan. Het kan betekenen dat je meer last hebt van chemische luchtjes en daardoor liever schoonmaakt met groene zeep in plaats van anti-kalkspray of dat je een raam openzet terwijl je poetst. Het betekent niet dat je maar nooit meer je badkamer moet schoonmaken. Overvolle klassen of een drukke naschoolse agenda zijn een behoorlijke uitdaging voor hooggevoelige kinderen. Ze zijn echter net zo min gebaat bij ‘pushen’ voor ze eraan toe zijn, als bij ‘afschermen’ voor alles wat eventueel een prikkel zou kunnen zijn. Is een klas druk en heeft een kind moeite om zich te concentreren op een proefwerk dan kan een koptelefoon natuurlijk even uitkomst bieden, maar zet niet preventief een headset op omdat het kind hooggevoelig is. Kijk per situatie wat het beste is. Niet afschermen Wat we creëren door hoogsensitieve kinderen van jongs af aan voor allerlei prikkels af te schermen – ook al is dat met de beste bedoelingen – is dat ze steeds minder prikkels kunnen hebben, zich gaan verschuilen achter anderen die het beter weten en steeds minder durven. Dat afschermen doen niet alleen zogenaamde 'curling ouders', ook professionals hebben soms het idee dat ze HSK helpen als ze bij voorbaat al prikkels verminderen, zonder dat sprake is van overprikkeling. Door prikkels preventief te gaan vermijden wordt de wereld steeds enger, grootser en vol potentieel uitputtende situaties of mensen. Maar de wereld is niet bar en boos, en “de ander” is er niet altijd om voor jou te bepalen wat je wel of niet moet doen. Hooggevoelige kinderen moeten zelf leren ontdekken wat hun triggers zijn en wat ze kunnen doen bij overprikkeling. En bij dat proces hoort dat je wel eens overprikkeld raakt. Leren omgaan met prikkels is als leren fietsen: door naar anderen te kijken, leer je het niet. Het is een kwestie van zelf proberen! Aan de slag met zijwieltjes, vallen en weer opstaan. Net zo lang totdat je het kunt.
0 Comments
Parentificatie houdt (heel) kort gezegd in dat de ouder-kind relatie wordt omgekeerd: kinderen voelen en/of dragen de verantwoordelijkheid en zorg voor hun ouders. We hebben het dan uiteraard niet over een korte periode, zoals bij een griepje.
Je kunt bijvoorbeeld denken aan situaties waarbij een ouder verslaafd is of aan psychische problemen lijdt. Vaak ervaren kinderen dit zorgen voor hun ouder(s) zelf niet als uitzonderlijk. Soms weten ze niet eens dat het ook anders kan totdat ze bij vriendjes thuis komen en daar een andere rolverdeling zien. Waarom aandacht voor hoogsensitiviteit? Hooggevoelige kinderen zijn door hun gevoeligheid nog eerder geneigd te zorgen voor anderen en het welzijn van anderen voorop te zetten. Juist hun gevoeligheid maakt dat ze meer (onuitgesproken en/of onbewuste) wensen of signalen oppikken. Ouders hoeven niet actief om hulp of steun te vragen – de kinderen zien en voelen uit zichzelf al wat hij/zij nodig heeft. Bij ‘zorg’ gaat het niet alleen om praktische zaken als het huishouden, fysieke verzorging of boodschappen, het gaat ook niet alleen om ouders die psychisch of lichamelijk ziek zijn. Hoe vaak fungeren (hoogsensitieve) kinderen niet als praatpaal voor ouders en wat is het effect daarvan? Denk aan ouders die in een vechtscheiding zitten en hun onzekerheid, angst, boosheid, spanning en frustraties uiten bij hun zoon of dochter. Ze leggen daarmee een grote druk op schouders van hun kind maar hij/zij zal zich bij wijze van spreken liever de tong afbijten dan zeggen dat het te belastend is. Waarom? Omdat hooggevoelige kinderen de machteloosheid, wanhoop, verdriet en angst voelen die achter de daden of woorden van hun ouder(s) ligt. Ze hopen dat door te zorgen of een luisterend oor te bieden, het leven gemakkelijker wordt voor de ouder(s). Onderzoek Pluess Recent onderzoek van Michael Pluess (Queen Mary University London) et al. laat zien dat hooggevoelige kinderen meer lijden onder negatieve omgevingsfactoren dan andere kinderen. Bij langdurige overbelasting en/of chronische overprikkeling, zoals vaak het geval bij parentificatie, liggen fysieke klachten op de loer. Spanning moet er immers ergens uit en als stress niet afneemt, zie je (vage) lichamelijke klachten ontstaan. Genoeg reden dus om op tijd met het kind (en ouders) in gesprek te gaan en te proberen te zorgen voor ontspanning. Kinderen mogen kind zijn! |
Ireneschrijft voor jeugdprofessionals, over hoogsensitiviteit en hoogsensitieve kinderen Archives
December 2020
Categories
All
|